Brusselse wafels 3 |
|
350 g bloem 30 g verse gist of 1 lepel gedroogde gist 3 dl lauwwarme melk 175 g gesmolten boter zout 30 g suiker 2 lepels sinaasappelrasp 2 lepels oranjeboesemwater of sinaasappellikeur 2 hele eieren 4 gesplitste eieren 3 dl stijfgeklopte slagroom gesmolten geklaarde boter vanillesuiker vers fruit lobbig geklopte slagroom |
|
BereidingDoe de bloem in een kom en maak in het midden een kuiltje.Los de gist in de melk op, schenk het mengsel in het kuiltje op het deeg en meng het goed. Dek het beslag af en laat het op een warme plaats ± 45 minuten rijzen tot het volume is verdubbeld. Roer er daarna de boter, een snufje zout, de suiker, de sinaasappelschil, het oranjebloesemwater en de 2 hele eieren door. Roer de eidooiers en de stijfgeklopte slagroom door het beslag. Klop de eiwitten stijf en spatel ze door het beslag. Laat het beslag op een warme plaats nogmaals ± 45 minuten rijzen tot het volume is verdubbeld. Verwarm een wafelijzer, bestrijk het met geklaarde boter en vul het aan één kant met een lepel beslag. Sluit het ijzer en draai het om (zodat het beslag naar de andere kant loopt) en bak de wafel boven laag vuur aan één kant in ± 3 minuten geel. Draai het wafelijzer om en bak de andere kant in ± 3 minuten geel. Neem de wafel uit het ijzer (knip de randen eventueel bij) en houd ze op een met bakpapier beklede bakplaat in de oven op 200°C warm. Bak op deze manier alle wafels. (Leg de wafels niet op elkaar op de bakplaat). Bestrooi ze voor het serveren met vanille- of poedersuiker en geef er vers fruit en geklopte slagroom bij. Ook lekker met rodebessengelei. |
Home > Recepten