Home > Recepten

Kwetsenvlaai

een bodem van gistdeeg (zie recept)

1 kg kwetsen

paneermeel

suiker

8 gr aardappelmeel



Basisrecept gistdeeg voor Limburgse vlaai

250 gr bloem

15 gr verse gist

20 gr boter

20 gr suiker

± 1 dl lauwe melk

zout
  • Omschrijving recept: Gebak
  • Bron: Astrid Veltman

Bereiding

Maak een vlaaibodem van gistdeeg volgens het recept ‘Basisrecept gistdeeg voor Limburgse vlaai' (zie hieronder).

Halveer de gewassen kwetsen en ontpit ze.

Verwarm ze heel even in een bodempje water, maar niet te veel in één keer.

Laat de vruchten dan op een zeef goed uitlekken en laat ze afkoelen.

Verdeel de kwetsen op de gerezen, ingeprikte en met paneermeel bestrooide vlaaibodem, beginnend vanaf de buitenrand en dan naar binnen werkend.

De kwetsen moeten goed tegen elkaar aansluiten.

Bij gebruik van zeer zure kwetsen kunt u ze met suiker bestrooien.

Bak de vlaai 15-20 minuten in een op 200°C voorverwarmde oven.

Omdat de vlaai na het bakken zacht kan zijn, is het aan te raden hem eerst even in de vorm te laten afkoelen en hem pas daarna op een taartrooster te zetten om verder af te koelen.

Neem 2 dl van het kookvocht, bind dit met het aardappelmeel en giet dit lauw over de afgekoelde vlaai.



Basisrecept Limburgse Vlaai:

Verwarm de melk tot lauw.

Maak de gist aan met een klein gedeelte van de melk.

Kneed een deeg van de bloem, de boter, de suiker, de aangemaakte gist en de rest van de lauwe melk.

Kneed het deeg goed door en laat het, afgedekt met een doek, op een warme plaats rijzen.

Kneed het deeg, als het goed is gerezen, opnieuw door.

Bestuif het werkvlak en de deegrol met bloem en rol het deeg uit.

Beboter de vlaaivorm en leg de deeglap erin; het deeg moet aan alle kanten goed tegen de rand van de vorm zijn opgezet.

Rol de rand van de vorm met de deegroller af.

Laat de vlaai nogmaals op een warme plaats rijzen en prik het hier en daar met een vork in.

Daarna kunt u de vlaai vullen zoals in bovenstaand recept staat beschreven.