Home > Recepten

Linzertorte 2

125 gr blanke amandelen

250 gr zelfrijzend bakmeel

125 gr lichtbruine basterdsuiker

1/4 theelepel gemalen kruidnagelen

1/4 theelepel nootmuskaat

1 theelepel kaneel

zout

2 theelepels citroensap

150 gr harde boter

± 2 eetlepels bloem

1 pot abrikozenjam

1 eetlepel citroensap

1 ei

poedersuiker
  • Omschrijving recept: Gebak; Oostenrijks
  • Aantal Porties: 10
  • Bron: Astrid Veltman

Bereiding

Maak de amandelen in een keukenmachine of rauwkostmolen fijn.

Vermeng het zelfrijzend bakmeel in een kom met de basterdsuiker, het kruidnagelpoeder, de nootmuskaat, de kaneel, een snufje zout en de citroenrasp en roer de amandelen erdoor.

Snijd de boter met 2 messen door de bloem tot erwtjesgrootte en kneed het met koele hand snel tot een soepel deeg.

Laat het deeg afgedekt in de koelkast minstens 30 minuten rusten.

Verwarm de oven voor op 200°C, vet een springvorm met een doorsnee van 26 cm in en bestuif een werkvlak met bloem.

Rol iets meer dan de helft van het deeg tot een dunne ronde lap van ± 30 cm doorsnee uit en bekleed de springvorm met de deeglap.

Roer de abrikozenjam en het citroensap in een kommetje door elkaar en strijk dit over de deegbodem uit.

Rol de rest van het deeg uit, snijd het in lange repen van 1 1/2 cm dik, leg de deegrepen als een vlechtwerk over de jam en druk ze tegen de deegrand vast.

Klop het ei in een kopje los en bestrijk het deeg ermee.

Bak de Linzertorte in het midden van de oven in ± 30 minuten goudbruin en gaar.

Laat de taart in de vorm afkoelen, verwijder de vorm, zet de taart op een schaal en bestrooi hem met poedersuiker.