Home > Recepten

Apfelstrudel 2

Strudeldeeg I

250 gr bloem

een snufje zout

1 eetlepel olijfolie

1 ei

4-7 eetlepels lauwwarm water (zoveel als de bloem opneemt)





Strudeldeeg II

250 gr bloem

een snufje zout

3 theelepels olie

lauwwarm water

Bereiding als van Strudeldeeg I.





750 gr rijpe, zachte appels

kaneel

2 eetlepels suiker

boter

brood- of beschuitkruim

100 gr rozijnen

citroenschil en/of een paar fijngemalen noten

boter of eidooier
  • Omschrijving recept: Gebak
  • Bron: Astrid Veltman

Bereiding

Kneed de ingredienten met de hand of met de deeghaken tot een soepel deeg. Er moeten blaasjes op komen en het moet gemakkelijk van de hand loslaten.

Vorm het deeg tot een ronde klomp en leg die op een met bloem bestoven deegplank. Zet er omgekeerd een verwarmde schaal overheen en laat het deeg 1/2-1 uur rusten.

Leg een gladde doek van ± 1 x 1 meter uit en bestrooi die met bloem. Rol het deeg met een met bloem bestoven deegroller zo ver mogelijk uit.

Houd nu het deeg met één hand vast en trek het met de andere langzaam verder uit. Eerst aan de ene kant, dan aan de andere, tot het zo dun als papier is geworden.

Snijd de dikkere buitenranden eraf.

Of er nu één grote of enkele kleinere Strudel worden gemaakt, hangt af van uw vaardigheid. Kleinere Strudel zijn voor beginners gemakkelijker te maken.



Snijd de appels in heel dunne schijfjes en laat ze met de suiker en de kaneel even koken.

Smeer het Strudeldeeg met een kwastje met boter in en bestrooi met brood- of beschuitkruim.

Verdeel de appels en de rozijnen er gelijkmatig over en strooi er desgewenst wat gemalen noten en/of stukjes citroenschil over.

Rol het geheel op door de doek aan één kant op te tillen en laat de Strudel uit de doek op een met boter ingesmeerd bakblik of in een tulbandvorm glijden.

Bak de Strudel, afhankelijk van de grootte, 30-40 minuten in een flink hete oven (200°C).

U kunt ook 1/4-1/2 liter melk in de bakvorm gieten. De Strudel blijft dan van binnen extra sappig.



De rollen of 'Strudel' behoren tot de meest geliefde meelspijzen van Oostenrijk. Hoe dunner het deeg, des te beter ze zijn. Als u er een krant onder houdt, moet u de tekst kunnen lezen. Het deeg moet precies volgens het recept worden gemaakt, zodat het zonder scheuren of plakken heel dun kan worden uitgerold. Bij andere recepten kunt u nog wel eens improviseren, maar dat is bij recepten voor Strudeldeeg absoluut uitgesloten.

De bloem voor de Strudel moet niet vochtig en niet vers gemalen zijn. Het beste is bloem die 13% eiwit en 65% zetmeel bevat. Deze hoeveelheden kunnen als volgt worden bepaald: doe 100 gr bloem in een linnen zakje. Week dit zakje in een kom met ruim water en pers het uit tot er geen water meer in het zakje wordt opgenomen. In het zakje moet nu een aangenaam riekende, gelige, deegachtige massa (eiwit) zijn overgebleven die na droging 13 gr moet wegen. Is de massa grijzig, niet deegachtig, of onaangenaam riekend, dan is de bloem niet geschikt voor de Strudelbereiding. Op de bodem van de kom zet zich het zetmeel af dat uit de bloem werd gewassen. Na afgieten en drogen moet hiervan 65 gr overblijven.